spa·gaat (de; m) 1 zithouding met de benen 180° gespreid; in een spagaat zitten: voor een dilemma staan
De portiekflat in Katwijk waar mijn vrouw en ik de eerste zeven jaren van ons huwelijk woonden is verdwenen.
Op de vierde verdieping zaten we, bovenaan. Zeven trappen. Prima te doen voor een stel twintigers. Totdat er kinderen kwamen en het toch wel een heel gesjouw bleek. Ik moest onlangs terugdenken aan die flat. Dat kwam door een opmerking naar aanleiding van een onderzoek over het zien van seksbeelden (door kinderen) op internet. Daar werd gezegd dat een internetfilter niet de manier is om kinderen te beschermen tegen ongewenste content op websites. Letterlijk werd er gezegd: Een filter op de computer plaatsen zou kunnen helpen, maar volgens (kenniscentrum) Rutgers is het niet de oplossing. "Kinderen zijn niet alleen thuis online; ook bij vriendjes, vriendinnetjes en op school.”
De link met die flat: we hadden natuurlijk geen tuin, maar wel een zonnig balkon. Met een zandbak. En een balustrade, want je wilt natuurlijk niet dat je kind ervan af valt.
Balustrade
Nu is er in onze maatschappij weinig discussie of die balustrade daar wel of niet moet zitten. Je zou natuurlijk ook dat ding kunnen weglaten en je kind kunnen waarschuwen niet te dicht bij de rand te komen. Maar dat doet niemand. En wanneer bij vriendjes in een andere flat het hek zou ontbreken, zou je waarschijnlijk toch liever niet hebben dat jouw kind daar gaat spelen.
Op de één of andere manier is iedereen het er over eens dat die bescherming daar wel hoort. En natuurlijk hoort daar dan nog steeds wel de instructie bij om niet op een stoel te klimmen en alsnog over de rand te gaan…
Spagaat
Dit doet me ook denken aan een gesprek dat ik onlangs in België had met een onderwijzeres. In België is men ook nog lang niet overtuigd van het nut van een filter (zoals dat bijvoorbeeld in het Verenigd Koninkrijk door de overheid verplicht is gesteld op scholen). De dame in kwestie gaf aan wat filteren betreft in een spagaat te zitten. Als onderwijzeres was ze ervan overtuigd dat het de taak van de school was om de kinderen om te leren gaan met internet.
Maar ze was óók moeder van een tienerzoon. Die had dus – op school, via het schoolnetwerk – filmpjes bekeken van martelingen en executies en er vervolgens nachten niet van kunnen slapen. Als moeder was ze ervan overtuigd dat de school dit had moeten voorkomen – met een filter.
Uiteindelijk hebben we het natuurlijk over twee kanten van dezelfde medaille: een filter is nodig, net als de balustrade van het balkon. Tegelijkertijd moeten de kinderen ook “mediawijs” worden gemaakt, zodat ze leren omgaan met het medium. Het ene sluit het andere helemaal niet uit. Ze kunnen elkaar – mits goed toegepast – juist enorm versterken.
Reageren?