
Twaalf weken zonder telefoon: het kan!
Vijf pijlers De Nederlandse psychiater Esther van Fenema schrijft in...
Kinderen kijken er al jaren naar uit, ouders hikken er al jaren tegenaan: de smartphone. De telefoon van je kind kan een behoorlijke puzzel zijn in de opvoeding, vooral vanwege die ene vraag: kan een kind eigenlijk al zelfstandig omgaan met de smartphone? Vijf overwegingen.
Waarom zou je jonge tieners al belasten met een smartphone? Zelf willen ze er natuurlijk dolgraag een. Maar je geeft niet alleen iets leuks. Een smartphone heeft impact op allerlei terreinen van je leven. Het is een misvatting dat een eigen telefoon nodig is bij de overgang naar het voortgezet onderwijs. Niet alle elf- of twaalfjarigen krijgen er een, en ook voor de sociaal-emotionele ontwikkeling is online zijn niet noodzakelijk. Initiatieven als smartphonevrij opgroeien laten zien dat steeds meer ouders de smartphone uitstellen. Jonathan Haidt legt in zijn boek Generatie angststoornis uit dat sociaal worden juist gaat over ontwikkelen in de echte wereld. Gun het je kind om zichzelf en anderen eerst offline te ontdekken.
In elke levensfase hebben kinderen behoefte aan zelfstandigheid. Maar niet in elke levensfase is die zelfstandigheid even complex. Daar zit een opbouw in. Kleuters leren zelfstandig op te ruimen, terwijl schoolkinderen zelf naar bed leren gaan. Pubers geef je zelfstandigheid in ontmoetingen met vrienden, maar nog niet meteen in de onlinewereld. Eerst verken je die wereld samen. Eerst deel je de verantwoordelijkheid voor schermtijden en bespreek je wat wijze keuzes zijn online. Pas als je merkt dat je kind eraan toe is, draag je daarvan iets over. Je kind heeft dus nog niet meteen een eigen smartphone en eigen apps en accounts nodig.
De hersenontwikkeling van pubers maakt vroege zelfstandigheid onmogelijk, schrijft Eveline Crone in haar boek Het puberende brein. Pas aan het eind van de puberteit ontwikkelt het ‘waarschuwingssysteem’ van het brein zich, vertelt ze. Vraag je aan pubers om van een hoge brug af te springen, dan ervaren ze niet dezelfde afkeer-reactie als een volwassene. In plaats daarvan zullen ze de sprong overwegen. Hoe gaaf zal het zijn? Welke eer levert het op? Bedenkt een jongere dat zo’n stuntsprong veel likes zal oogsten, dan gaan de emotiegebieden van de hersenen ook nog eens volop aan. Het uitzicht op (sociale) beloning kan dan het nuchtere nadenken gaan overstemmen, schrijft Crone. Dat blijkt ook bij ondoordacht gedrag online: bij cyberpesten, naaktfoto’s en grof taalgebruik. Jij bent dus nog keihard nodig als opvoeder.
Bij het geven van zelfstandigheid let je scherp op welke verantwoordelijkheid je overdraagt, en in welke omgeving je dat doet. De onlinewereld is niet zomaar een veilige en behapbare omgeving voor een jongere. Er spelen allerlei invloeden, ze krijgen er te maken met verslavende apps en komen in aanraking met fake news en risico’s als phishing. Ook vraagt de onlinewereld om veel verschillende vaardigheden: van internetbankieren en het beschermen van je privacy, tot het kunnen omgaan met de dynamiek van sociale media. Zelfstandig worden in de onlinewereld gaat dan ook over een jarenlang proces.
Hoe kun je die zelfstandigheid in stapjes opbouwen? Begin met een ‘samen-smartphone’. Misschien een gezinstelefoon, die altijd thuis ligt en door meerderen wordt gebruikt. Of een eigen telefoon, maar dan met ouderlijk toezicht. Kies samen welke games, video’s of websites geschikt zijn om te gebruiken. Het is aan te bevelen om een eigen account op socialmedia apps uit te stellen tot 16 jaar, zoals Jonathan Haidt adviseert. Dit voor het welzijn van je kind. Trek duidelijke grenzen, maar laat de mediaopvoeding niet star worden. Beweeg mee waar het kan en luister naar de overwegingen van je kind. Want zelfstandigheid vraagt ook om oefenruimte. Geef je kind steeds meer verantwoordelijkheid en vertrouwen, terwijl je in gesprek blijft: hoe corrigeer je jezelf bij een ongezonde schermtijd? Wat doe je bewust niet online? Hoe reageer je als iemand om naaktfoto’s vraagt? Dat moedigt doordacht mediagebruik aan. Zelfstandigheid gaat uiteindelijk niet over loslaten, maar over vasthouden door beschikbaar te blijven.
Geef een reactie